Forse stijging in aantal euthanasieverzoeken aan het Albert Schweitzer ziekenhuis

16 mei 2012 door Liesanne

DORDRECHT - 75 patiënten hebben in 2011 een euthanasieaanvraag gedaan bij de euthanasieconsulenten van het Albert Schweitzer ziekenhuis. Dat betekent een flinke stijging ten opzichte van vorige jaren (48 in 2010; 43 in 2009; 47 in 2008). Bij 45 van deze 75 verzoeken was de wens: ‘nog niet op dit moment, maar later’. De euthanasieconsulenten maken hieruit op dat mensen eerder bewust nadenken over de mogelijkheid dat zij later in een situatie van uitzichtloos en ondraaglijk lijden terechtkomen. Dit blijkt uit het onlangs verschenen ‘Jaarverslag Euthanasieconsulent 2011’.

Het Albert Schweitzer ziekenhuis biedt patiënten al meer dan tien jaar de mogelijkheid om advies en hulp te vragen bij een (mogelijke) wens tot levensbeëindiging. Euthanasieconsulent Bert van den Ende: “Wij verstrekken informatie aan de patiënt, de familie en andere betrokkenen. Wij brengen de partijen bij elkaar, regelen de organisatie rond de uitvoering van de euthanasie en we verlenen nazorg. Wij nemen geen standpunt in over het wel of niet geven van euthanasie, maar we vinden het bij goede zorg horen dat patiënten op dit gebied een weloverwogen keus kunnen maken.” Het Albert Schweitzer ziekenhuis is nog steeds het enige ziekenhuis in Nederland met een functionaris als deze.

Van de 75 aanvragers hadden er 51 een vorm van kanker. Twintig hadden andere, uiteenlopende ernstige aandoeningen. Vier wilden afspraken maken voor het geval zij door dementie getroffen zouden worden. Opvallend is dat uiteindelijk ‘slechts’ bij een ruime minderheid van de 75 patiënten, namelijk veertien mensen, daadwerkelijk euthanasie is gegeven. Dit gebeurde in vier gevallen in het ziekenhuis: driemaal door een medisch specialist en éénmaal door de huisarts. In negen andere gevallen gaf de huisarts thuis euthanasie, en in één geval deed de huisarts dit in een hospice.

Van den Ende: “Meestal gebeurt het uiteindelijk niet. Dit kan tal van redenen hebben. Soms is niet aan de wettelijke eis voldaan dat het verzoek helder en beargumenteerd moet zijn. In andere gevallen komen de artsen niet tot het oordeel dat er sprake is van uitzichtloos en ondraaglijk lijden. Het komt ook voor dat de aanvrager uiteindelijk zelf afziet van euthanasie, omdat hij of zij zich bij nader inzien toch niet kan verenigen met het idee. Ook overlijdt de patiënt soms voordat de procedure is doorlopen. Uit dit alles blijkt dat zeker niet lichtvaardig tot euthanasie wordt overgegaan.”

Er is echter ook een categorie patiënten die vol overtuiging wél een zelfgekozen levenseinde had gewild, maar dit niet krijgt, omdat de eigen huisarts niet wil meewerken aan het verzoek. De euthanasieconsulenten vinden dit zorgelijk en vragen daar in hun jaarverslag meer maatschappelijke aandacht voor. “De eigen arts heeft de professionele verplichting om in zo’n situatie te verwijzen naar een andere arts. Het mag niet zo zijn dat er geen arts te vinden is om euthanasie te geven.”

De euthanasieconsulenten hebben gemerkt dat dementie en ‘een voltooid leven’ vaker worden genoemd als reden om mogelijk euthanasie te willen. Van den Ende: “De wet biedt ruimte om euthanasie te geven aan mensen in een beginstadium van dementie. Ook is het een misvatting dat euthanasie alleen mag worden toegepast als de aanvrager terminaal ziek is. Die voorwaarde stelt de wet niet.” Van den Ende en collega-consulent Martie Ottens pleiten tevens voor kennisbevordering bij en meer samenwerking tussen zorgverleners, in en buiten het ziekenhuis, omtrent euthanasie.

Meer over:
Cookies

Deze website gebruikt noodzakelijke cookies voor een correcte werking en analytische cookies (geanonimiseerd) om de statistieken van de website bij te houden. Marketing cookies zijn nodig voor laden van externe content, zoals YouTube-video's of widgets van Sociale Media. Zie ons cookiebeleid voor meer informatie, of om je instellingen later aan te passen.